- aanbieden
- {{aanbieden}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [geven] offer ⇒ give2 [tegen een prijs/voorwaarde verkrijgbaar stellen] offer♦voorbeelden:1 iemand een diner aanbieden • take someone out to dinneriemand een geschenk aanbieden • present a gift to someonehulp/diensten aanbieden • offer help/serviceszijn ontslag aanbieden • tender one's resignationzijn verontschuldigingen aanbieden • offer one's apologieszich als vrijwilliger aanbieden • volunteer (one's services)aangeboden door … • with the compliments of …2 de aandelen bleven aangeboden • the shares remained on offerpersoneel aangeboden • jobs wantediets te koop/huur aanbieden • put something up for sale/rentter overname aangeboden • (offered) for saleII 〈wederkerend werkwoord; zich aanbieden〉1 [zich voordoen] offer/present oneself♦voorbeelden:1 er heeft zich een goede gelegenheid aangeboden • a good opportunity has presented itself
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.